gifklier

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord gifklier. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord gifklier, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je gifklier in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord gifklier is hier. De definitie van het woord gifklier zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangifklier, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • gif·klier
enkelvoud meervoud
naamwoord gifklier gifklieren
verkleinwoord

de gifklierv / m

  1. een orgaan waarin gif geproduceerd en opgeslagen wordt voordat het in de vijand wordt ingespoten
    • Toch blijven wespen vooral irriteren, omdat ze ook aggresief kunnen zijn en vervolgens steken. Als wespen zich bedreigd voelen, brengen ze hun angel in stelling die is verbonden met een gifklier. Na de felle steek spuiten ze gif in hun belager dat goeddeels uit histamine en aptoxine bestaat. Het enige werkelijk effectieve geneesmiddel is antihistamine, dat via de huisarts verkrijgbaar is en moet worden aangebracht op de plaatsen waar men gestoken is. [2] 
    • De pijlstaartrog is een platte driehoekige vis met grote vinnen aan de zijkant van het lijf. Op hun staart zitten twee stekels, die in verbinding staan met gifklieren en die pijnlijke en gevaarlijke wonden kunnen veroorzaken. [3] 
    • "Ik stopte mijn hand in de zak en liet de slang los, maar vrijwel direct voelde ik zijn tandjes in mijn linker wijsvinger. Shit! Ook al had ik hem net gemolken, slangen houden altijd gif over in hun gifklier. Maar ik wist ook dat slangen niet altijd gif injecteren tijdens een beet, dus ik bleef kalm. Minuten leken uren. Na een kwartier stak ik een naald in mijn vinger om mijn bloedstolling te checken. King Brown-gif werkt namelijk onder andere als krachtige bloedverdunner. Terwijl mijn bloed vloeide wachtte ik gespannen af." [4] 
95 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[5]