Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
ging. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
ging, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
ging in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
ging is hier. De definitie van het woord
ging zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
ging, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
ging
- enkelvoud verleden tijd van gaan
- Ik ging.
- Jij ging.
- Hij, zij, het ging.
- ▸ Zo stil mogelijk ging ik rechtop in mijn slaapzak zitten en probeerde mijn overvolle blaas geruisloos te legen.[1]
99 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[2]
|