goeierd

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord goeierd. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord goeierd, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je goeierd in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord goeierd is hier. De definitie van het woord goeierd zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangoeierd, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • goei·erd
enkelvoud meervoud
naamwoord goeierd goeierds
verkleinwoord

de goeierdm

  1. een heel aardig en vriendelijk persoon die misschien wel te goed is voor deze wereld
    • Je kunt het zo gek niet bedenken of er komt narigheid van: in dit geval vla. In de supermarkt zag ik een stel van een jaar of 20 knus boodschapjes doen. De knaap, een lange, blonde goeierd, droeg een mandje met rijst, twee kipfiletjes, wokgroente; het meisje, klein en mooi, op hooggehakte laarsjes, trippelde naast hem voort.[2] 
    • De kleine vorstin had tijdens de hele discussie en gedurende de rest van de maaltijd gezwegen en nu eens geschrokken gekeken naar de freule, dan weer naar haar schoonvader. Toen ze van tafel opstonden, pakte ze de hand van haar schoonzusje en trok haar mee naar een andere kamer. - Wat een scherpzinnig man is die vader van jou, daarom ben ik misschien wel bang voor hem. — Ach, het is zo'n goeierd, zei de freule.[3]  
91 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Volkskrant Sylvia Witteman 6 april 2016
  3. Tolstoj, L.N.
    Oorlog en Vrede Vertaald uit het Russisch door Yolanda Bloemen en Marja Wiebes 2006 ISBN 9028240462 pagina 133
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be