grijper

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord grijper. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord grijper, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je grijper in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord grijper is hier. De definitie van het woord grijper zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangrijper, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
kraan met grijper
  • grij·per
enkelvoud meervoud
naamwoord grijper grijpers
verkleinwoord grijpertje grijpertjes

de grijperm

  1. (werktuigbouwkunde) werktuig dat een voorwerp kan vastklemmen, oppakken en na vervoer weer kan loslaten het formaat kan zeer verschillend zijn van een apparaat om propjes van de grond te rapen tot een machine in de open mijnbouw die tonnen tegelijk kan grijpen
    • Vijftien jaar nadat H.J.A. (Henk) Hofland in een reeks gastcolleges aan de TU Delft de Sisyphus machine introduceerde, wordt hij deze dinsdagavond in werking gesteld: een 7 meter lange, 4,3 meter brede grijper die een ‘rotsblok’ van 300 kilo uit het water tilt, met een enorme plons laat vallen en dan weer opdiept. Om daarna opnieuw te beginnen, in de eeuwige beweging van Sisyphus en zijn rotsblok.[3] 
    • Op het terrein van afvalverwerkingsbedrijf P. van der Kooij in Schiedam is woensdagmiddag brand uitgebroken. De grijper van een hijskraan vatte vlam na kortsluiting. Dat liet een woordvoerder van het bedrijf aan de Nieuwe Waterwegstraat weten.[4]  
  2. iemand die grijpt
  3. (figuurlijk) hebzuchtig persoon
98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[5]
  1. grijper op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. NRC Gretha Pama 9 mei 2017
  4. Volkskrant 9 januari 2013,
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be