groeitijd

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord groeitijd. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord groeitijd, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je groeitijd in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord groeitijd is hier. De definitie van het woord groeitijd zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangroeitijd, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • groei·tijd
enkelvoud meervoud
naamwoord groeitijd groeitijden
verkleinwoord

de groeitijdm

  1. de periode van het jaar dat iets groeit
    • Paddenstoelen hebben hun groeitijd vooral in de herfst. 
  2. de totale tijd die nodig is voor het groeien
    • Sommige houtsoorten hebben een langere groeitijd dan anderen. 
  3. de tijd dat iets groeit
    • In de groeitijd van de economie zijn er veel te veel kantoren gebouwd. 
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be