groepsgrootte

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord groepsgrootte. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord groepsgrootte, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je groepsgrootte in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord groepsgrootte is hier. De definitie van het woord groepsgrootte zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangroepsgrootte, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • groeps·groot·te
enkelvoud meervoud
naamwoord groepsgrootte groepsgrootten
groepsgroottes
verkleinwoord

de groepsgroottev

  1. het aantal leden dat een groep bevat
     Daarmee geeft HHK gehoor aan de oproep van minister Grapperhaus van Justitie zich te houden aan de landelijk geldende regels voor groepsgrootte in een ruimte. "Het zijn adviezen die wij met veel pijn in ons hart geven. De dienst van de Heere is ons lief en dan raakt elke vorm van afschalen ons diep", staat in de verklaring.[1]
     In de veiligheidsregio's rond Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Leiden en Haarlem kwamen daarom half september beperkingen voor bezoek aan de horeca en de groepsgrootte. De dagen erna liep ook in de rest van het land het aantal besmettingen op en werden de maatregelen voor veel meer regio's van kracht.[2]
  2. het aantal leerlingen dat in één klas zit
  1. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron “Hersteld Hervormde Kerk: laat niet meer dan dertig mensen toe” (Vrijdag 16 oktober 2020, 12:08), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Regionale coronamaatregelen: eerst wel, toen niet, en nu misschien weer wel” (Woensdag 4 november 2020, 16:52), NOS