grootopperhoofd

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord grootopperhoofd. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord grootopperhoofd, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je grootopperhoofd in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord grootopperhoofd is hier. De definitie van het woord grootopperhoofd zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangrootopperhoofd, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • groot·op·per·hoofd
enkelvoud meervoud
naamwoord grootopperhoofd grootopperhoofden
verkleinwoord

het grootopperhoofdo

  1. (Suriname) hoofd van een gemeenschap van zwarten die uit slavernij zijn gevlucht naar het oerwoud en hun nazaten
     Wel zei hij dat met de ondertekening gehoor gegeven aan het verzoek van het grootopperhoofd van de Saramacaners, één van de leiders van de bevolking in het binnenland. "Gramman Aboikoni heeft gezegd dat Bouterse en Brunswijk het binnenland kapot hebben gemaakt. Misschien is het nu tijd dat ze het samen weer opbouwen. Zijn zegen hebben ze."[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2022 Weblink bron “Bouterse en Brunswijk gaan samenwerken” (Donderdag 3 juni 2010, 21:17), NOS