Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
grootspraak. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
grootspraak, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
grootspraak in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
grootspraak is hier. De definitie van het woord
grootspraak zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
grootspraak, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de grootspraak m
- opschepperij, bluf, dikdoenerij, jezelf belangrijker maken dan je bent
- De visser vertelde in beeldende taal over zijn gevangen vis van meer dan 1 meter lengte maar het bleek alleen maar grootspraak te zijn.
99 % |
van de Nederlanders;
|
97 % |
van de Vlamingen.[1]
|