grootspraak

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord grootspraak. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord grootspraak, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je grootspraak in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord grootspraak is hier. De definitie van het woord grootspraak zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vangrootspraak, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • groot·spraak
enkelvoud meervoud
naamwoord grootspraak
verkleinwoord

de grootspraakm

  1. opschepperij, bluf, dikdoenerij, jezelf belangrijker maken dan je bent
    • De visser vertelde in beeldende taal over zijn gevangen vis van meer dan 1 meter lengte maar het bleek alleen maar grootspraak te zijn. 
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be