hab

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hab. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hab, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hab in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hab is hier. De definitie van het woord hab zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhab, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

hab v

  1. (spreektaal) gewoonte
    «Comme d’hab, mon examen de math, je le révise la veille.»
    Zoals gewoonlijk neem ik mijn wiskunde-examen de avond tevoren door. [1]


  • hab

hab

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van hawwe
    «Ich hab sell arrig indersannt gefunne.»
    Ik heb dat zeer interessant gevonden.
  • ich hab (eerste persoon enkelvoud)
  • er hot (derde persoon enkelvoud mannelijk)
  • sie hot (derde persoon enkelvoud vrouwelijk)
  • es hot (derde persoon enkelvoud onzijdig)