Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
hadden. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
hadden, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
hadden in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
hadden is hier. De definitie van het woord
hadden zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
hadden, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
hadden
- meervoud verleden tijd van hebben
- Wij hadden.
- Jullie hadden.
- Zij hadden.
- ▸ Slechts vier mensen, waaronder ik, hadden microspikes voor onder hun schoenen.[1]
99 % |
van de Nederlanders;
|
98 % |
van de Vlamingen.[2]
|