halv

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord halv. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord halv, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je halv in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord halv is hier. De definitie van het woord halv zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhalv, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • halv
Naar frequentie 867
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
g enkelvoud halv
o enkelvoud halvt
meervoud halve
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
halve

halv

  1. half
    «Vi har en halv kalv i frysen.»
    Wij hebben een half kalf in de vriezer.
  • i halv sju-tida onsdag kveld
om halv zeven op woensdagavond


  • halv
Naar frequentie 945
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud halv
o enkelvoud halvt
meervoud halve
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
halve

halv

  1. half


  • halv
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud halv
o enkelvoud halvt
meervoud halve
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
halve

halv

  1. half


  • halv
stellend vergrotend overtreffend
halv
-
-

halv

  1. half
    «Vi har en halv kalv i frysen.»
    Wij hebben een half kalf in de vriezer.