hatte

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hatte. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hatte, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hatte in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hatte is hier. De definitie van het woord hatte zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhatte, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • hat·te

hatte

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van haben
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van haben

hatte gehabt

  1. eerste persoon enkelvoud voltooid (verleden) deelwoord aantonende wijs bedrijvende vorm van haben ("hatte" als hulpwerkwoord, hier bijv. van "haben")
  2. derde persoon enkelvoud voltooid (verleden) deelwoord aantonende wijs bedrijvende vorm van haben ("hatte" als hulpwerkwoord, hier bijv. van "haben")
    «Während des heftigen Streits hatte er sie aus seinem Zimmer geworfen
    Tijdens een heftige ruzie had hij haar uit zijn kamer gegooid.