heb

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord heb. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord heb, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je heb in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord heb is hier. De definitie van het woord heb zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanheb, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • heb
vervoeging van
hebben

heb

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hebben
    • Ik heb. 
  2. gebiedende wijs van hebben
    • Heb! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hebben
    • Heb je? 
     In een oude National Geographic had ik ooit als kind een artikel over deze trail gelezen, 4.286 kilometer door Amerika. Dit heb ik altijd onthouden, maar ik had nooit gedacht dat zo’n lange wandeltocht voor mij weggelegd zou zijn.[1]
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be