heep

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord heep. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord heep, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je heep in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord heep is hier. De definitie van het woord heep zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanheep, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • heep
  • erfwoord: Middelnederlands hēpe, met umlaut uit West-Germaans *hapjō- of *hapja-, bij Indo-Europees *kep- ~ *(s)kop- ‘hakken’, waartoe ook Oudgrieks kopís ‘slachtmes’, Litouws kapóti ‘hakken, fijnsnijden’, kapõnė, kaplỹs ‘houweel, ijsbijl’ en Russisch kopát’ ‘graven’ behoren. Evenals Duits Hippe, gewestelijk Heppe. Nevenvorm bij hiep; verwantschap met hacht.
enkelvoud meervoud
naamwoord heep hepen
verkleinwoord heepje heepjes

de heepv / m

  1. (gereedschap) een gekromd snoeimes voor takken en bomen
18 % van de Nederlanders;
18 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be