heit

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord heit. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord heit, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je heit in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord heit is hier. De definitie van het woord heit zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanheit, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • heit
vervoeging van
heien

heit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heien
    • Jij heit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heien
    • Hij heit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van heien
    • Heit! 


heit g

  1. vader


  • heit

heit

  1. (tijdrekening) heden, vandaag
    «Heit will ich eppes mit eich mitdeele.»
    Vandaag wil ik je iets vertellen.