herenboer

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord herenboer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord herenboer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je herenboer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord herenboer is hier. De definitie van het woord herenboer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanherenboer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • he·ren·boer
  • In de betekenis van ‘heer die uit liefhebberij het boerenbedrijf uitoefent’ voor het eerst aangetroffen in 1877 [1]
  • samenstelling van  heer  en  boer  met het invoegsel -en-  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord herenboer herenboeren
verkleinwoord herenboertje herenboertjes

de herenboerm

  1. (landbouw) (beroep) rijke boer die als een heer leeft
88 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[3]