hief

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hief. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hief, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hief in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hief is hier. De definitie van het woord hief zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhief, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • hief
vervoeging van
heffen

hief

  1. enkelvoud verleden tijd van heffen
    • Ik hief. 
    • Jij hief. 
    • Hij, zij, het hief. 
     Hij hief zijn wijs- en middelvingers in het vredesteken en vertrok zuidwaarts, de donkere ochtend in.[1]
55 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be