hincha

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hincha. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hincha, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hincha in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hincha is hier. De definitie van het woord hincha zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhincha, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
enkelvoud meervoud
hincha hinchas

hincha m/v

  1. supporter
vervoeging van
henchir

hincha

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van henchir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van henchir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van henchir
vervoeging van
henchirse

hincha

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van henchirse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van henchirse
  3. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van henchirse
vervoeging van
hinchar

hincha

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchar
vervoeging van
hincharse

hincha

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hincharse
vervoeging van
hinchir

hincha

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir