Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
historiciteit. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
historiciteit, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
historiciteit in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
historiciteit is hier. De definitie van het woord
historiciteit zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
historiciteit, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de historiciteit v [1]
- historische echtheid, het historisch (waargebeurd) zijn (van verhalen) of echt bestaan hebben (van personen/voorwerpen/instituties)
- ▸ Hij gold als uitgesproken vrijzinnig, een dominee die niet geloofde in de historiciteit van de Bijbelse verhalen, maar ze begrijpelijk wilde maken voor de moderne lezer door hun diepere betekenis uit te leggen. Het is wel waar, maar het is niet echt gebeurd. Dat is kort samengevat hoe Nico ter Linden naar de Bijbelse verhalen keek.[2]
- historische betrouwbaarheid (van verhalen), de mate waarin gegevens in een verhaal waarschijnlijk historisch accuraat zijn
- ▸ 'Voor de schrijvers uit de oudheid waren historische feiten niet hetzelfde als voor ons.' (...) Dergelijke kanttekeningen mogen we volgens de zogeheten kritisch-historische bijbelwetenschap ook plaatsen bij andere bijbelverhalen - van de tocht van het Joodse volk door de woestijn tot de getuigenverklaringen van Jezus' wederopstanding. Voor Lietaert Peerbolte en zijn collega's is het niet meer dan vanzelfsprekend. Toch is het nieuws als de paus (of in Nederland: de 'atheïstische dominee' Klaas Hendrikse) de historiciteit van de verhalen betwijfelen.[3]
- historische waarde (van bronnen), de mate waarin gegevens in bronnen kunnen worden gebruikt voor reconstructies van het verleden (bijvoorbeeld in de geschiedschrijving)
- ▸ Experts hebben ellenlange discussies gevoerd over de historiciteit van de verhalen van Homerus. Magnasco en Baikouzis interpreteren het verhaal van Homerus op zo'n manier dat er referenties aan de positie van zon en sterren in kunnen worden gelezen. (...) Door dit soort referenties te koppelen aan het daadwerkelijk voorkomen van deze verschijnselen in het verleden, kan een datum worden vastgesteld. Volgens de wetenschappers is dat dus 16 april 1178 voor Christus.[4]