hondenwerk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hondenwerk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hondenwerk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hondenwerk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hondenwerk is hier. De definitie van het woord hondenwerk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhondenwerk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • hon·den·werk
enkelvoud meervoud
naamwoord hondenwerk
verkleinwoord

het hondenwerko

  1. vervelend en vermoeiend werk
    • De bakker bakt het hondebrood, Dat is wel hondenwerk, Hij doet de ronda op zijn Honda En telt zijn zuurverdiende hondepenningen. [1] 
    • Ik zeg het maar meteen: zelf friet bakken – zonder frituur – is hondenwerk. Je bent zo twee uur bezig. Niet iets om na een lange werkdag nog aan te beginnen dus, wel geschikt om een regenachtige zondagmiddag mee stuk te slaan. [2] 
87 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[3]
  1. NRC Rudy Kousbroek 12 juli 1991 De hond in de pot
  2. NRC Roos Ouwehand 1 oktober 2010 Moleculair koken
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be