|
|
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hond | honden |
verkleinwoord | hondje | hondjes |
de hond m
Als het maar niet te snel gaat, kan men aan heel veel wennen en/of heel veel aanleren.
Dat is het pijnpunt, de oorzaak van het probleem. e.d.
Hij is gierig, hij is een vrek.
Beter langzaam iets goed doen, dan haastig iets slechts doen.
Wie niet voor zichzelf opkomt, heeft het moeilijk.
Wie met een slecht iemand omgaat, gaat zijn gedrag overnemen (vgl. Wie met pek omgaat, wordt ermee besmet.
Als twee personen/partijen ruzie hebben of ergens niet uit komen, kan een buitenstaander daarvan profiteren
Wie een grote mond heeft, doet als het erop aankomt vaak niets (je moet daarom dus niet per definitie bang zijn voor iemand met een grote mond)
Dat is schandalig
Beter niet over een bepaald onderwerp beginnen; je moet aan mensen die ergens niets van weten en het er wellicht niet mee eens zijn, niets erover vertellen
Als men het moeilijkste gehad heeft, is de rest eenvoudiger te doen
Het is moeilijk om samen te werken met mensen die niet willen
Niemand kan op tegen heel veel tegenstanders
Als je iemand (ergens mee) wilt afkeuren, is er altijd wel een reden te vinden
Uitdrukkingen en gezegden
Voortdurend ruzie met elkaar maken
Onder geen goede naam bekend staan
Overal de schuld van krijgen of de vervelende gevolgen van iets ondervinden
Iemand valse hoop geven
Te laat komen voor het eten, het (avond)eten is op
Een kater hebben, de klachten die men de dag na overmatig alcoholgebruik ervaart
Een slechte of vervelende baan
Een ellendig leven
Niemand
slecht weer
Nooit iemand begroeten
Trots zijn
Zeer ziek zijn
|
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hond | hönde / hunde |
verkleinwoord | höndjen / hundeken |
hond
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hond | honde |
hond
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hond | honden |
verkleinwoord |
hond
hond
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hond | hönde / honden / honnen / hunde |
verkleinwoord | höndjen / hundeken |
hond
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hond | honden |
verkleinwoord |
hond
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hond | honnen |
verkleinwoord |
hond
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hond | honden |
verkleinwoord |
hond