hondsberoerd

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hondsberoerd. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hondsberoerd, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hondsberoerd in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hondsberoerd is hier. De definitie van het woord hondsberoerd zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhondsberoerd, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • honds·be·roerd
stellend
onverbogen hondsberoerd
verbogen hondsberoerde
partitief hondsberoerds

hondsberoerd

  1. (medisch) zich heel erg vervelend voelen; zich heel erg ziek voelend
     Camila: Ik voelde me hondsberoerd zonder hem.[1]
     De eerste dagen omschrijft Nico Wilbers als een hel. „De eerste dagen was ik alleen maar hondsberoerd en had meer dan 40 graden koorts. Ik lag alleen maar naar adem te happen, 24 uur per dag. Ik had teveel virus in de longen. Op een bepaald moment zag ik het donker in, dacht ik dat ik dood zou gaan.”[2]
  1. Taylor Jenkins Reid
    “Daisy Jones & the Six” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026349249
  2. Bronlink geraadpleegd op 22 januari 2022 Weblink bron
    Alphons Weierink
    “Ootmarsumse coronapatiënt Nico Wilbers (62) is genezen: ‘Puur geluk dat ik nog leef’” (23-03-2020), Tubantia