dog

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord dog. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord dog, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je dog in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord dog is hier. De definitie van het woord dog zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandog, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dog
Woordherkomst en -opbouw
  • van Engels dog, in de betekenis van ‘hondensoort’ aangetroffen vanaf 1546
enkelvoud meervoud
naamwoord dog doggen
verkleinwoord dogje, doggetje dogjes, doggetjes

Zelfstandig naamwoord

de dogm

  1. grote kortharige hond met brede kop
    • De Duitse dog, die ook Deense dog wordt genoemd, is een van de grootste hondenrassen. 
Hyponiemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

64 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
dog dogs

Zelfstandig naamwoord

dog

  1. (roofdieren) hond
Hyperoniemen


Gronings

Zelfstandig naamwoord

dog

  1. (roofdieren) hond
Synoniemen


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

dog

  1. (roofdieren) hond
Synoniemen

Meer informatie

Meer informatie