Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
dingo. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
dingo, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
dingo in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
dingo is hier. De definitie van het woord
dingo zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
dingo, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Engels, zie aldaar. In de betekenis van ‘hondachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1869 [1]
de dingo m
- (roofdieren) Canis lupus dingo een verwilderde hondensoort die vooral voorkomt in Australië en vermoedelijk afstamt van de Indische steppewolf (Canis lupus pallipes )
1. Canis lupus dingo, een Australische wilde hond
83 % |
van de Nederlanders;
|
77 % |
van de Vlamingen.[2]
|
- Bekend sinds 1789; leenwoord uit het Dharuk[1]
dingo
- (roofdieren) dingo
- ↑ dingo, Online Etymology Dictionary
dingo
- (spreektaal) gek, maf, getikt, lijp
- «Arletta, je suis dingo de toi!»
- Arletta, ik ben knettergek op jou! [1]