honderdenachtentwintig

0	1	2	8

honderdenachtentwintig,
op een abacus

• Geluid:  honderdenachtentwintig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌhɔndərtɛnˈɑxtənˌtwɪntəx / (7 lettergrepen)

• hon·derd·en·acht·en·twin·tig

• samenstellende samenstelling van  honderd ht,   en vw  en  achtentwintig ht 

honderdenachtentwintig

1. "128", langere vorm van honderdachtentwintig, honderd plus achtentwintig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft honderdenachtentwintig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot honderdenachtentwintig. 

• honderdachtentwintig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "honderdenachtentwintig" wordt zelden gebruikt)^{[1] [2]}

rangtelwoord

• honderdenachtentwintigste

hooftelwoord samengesteld met "honderdenachtentwintig" ht als linkerdeel

• honderdenachtentwintigduizend

• Het woord 'honderdenachtentwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.