Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
honderdenzesenveertig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
honderdenzesenveertig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
honderdenzesenveertig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
honderdenzesenveertig is hier. De definitie van het woord
honderdenzesenveertig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
honderdenzesenveertig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
honderdenzesenveertig,
op een
abacus
- hon·derd·en·zes·en·veer·tig
honderdenzesenveertig
- "146", langere vorm van honderdzesenveertig, honderd plus zesenveertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft honderdenzesenveertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot honderdenzesenveertig.
- honderdzesenveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "honderdenzesenveertig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "honderdenzesenveertig" ht als linkerdeel
- ↑ Weblink bron
W. Haeseryn e.a.
“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)