hondsdolheid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hondsdolheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hondsdolheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hondsdolheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hondsdolheid is hier. De definitie van het woord hondsdolheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhondsdolheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • honds·dol·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord hondsdolheid -
verkleinwoord - -

de hondsdolheidv

  1. (medisch), (diergeneeskunde) virusziekte die het meest bij honden voorkomt (maar ook bij vossen, katten, apen en vleermuizen)) en door een beet op de mens kan worden overgedragen.
    • "160 doden per dag door hondsdolheid" [2] 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]