hotelier
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hotelier. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hotelier, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hotelier in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hotelier is hier. De definitie van het woord hotelier zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhotelier, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- ho·te·lier
- afgeleid van hotel met het achtervoegsel -ier
- afgeleid van het Franse hôtelier (met het achtervoegsel -ier) [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | hotelier | hoteliers |
| verkleinwoord | - | - |
- (beroep) iemand die beroepsmatig een hotel exploiteert
- Het woord hotelier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hotelier" herkend door:
| 93 % | van de Nederlanders; |
| 88 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
