huisartsbezoek
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord huisartsbezoek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord huisartsbezoek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je huisartsbezoek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord huisartsbezoek is hier. De definitie van het woord huisartsbezoek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhuisartsbezoek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- huis·arts·be·zoek
- samenstelling van huisarts zn en bezoek zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | huisartsbezoek | huisartsbezoeken |
| verkleinwoord |
het huisartsbezoek o
- (medisch) consultatie van de huisarts door een patiënt; de keer dat men naar het spreekuur van een huisarts gaat
- ▸ Patiënten gaan minder vaak naar de huisarts, omdat ze het eigen risico van hun ziektekostenverzekering niet willen betalen. Dit resultaat van een Nivel-enquête is opmerkelijk, omdat het eigen risico helemaal niet geldt voor een huisartsbezoek.[1]
- ▸ De PVV verhoogt het eigen risico niet, net als de SP die het op termijn wil afschaffen. D66 wil het eigen risico vervangen door een eigen bijdrage van tien procent van elke zorgrekening met uitzondering van die voor huisartsbezoek.[2]
- Het woord huisartsbezoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑
Weblink bron “Niet naar huisarts om 'eigen risico'” (Maandag 17 december 2012, 11:52), NOS
- ↑ Weblink bron “Eerst langs de huisarts is altijd goedkoper” (Zaterdag 29 mei 2010, 13:15), NOS
