huisartsengroep

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord huisartsengroep. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord huisartsengroep, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je huisartsengroep in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord huisartsengroep is hier. De definitie van het woord huisartsengroep zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhuisartsengroep, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • huis·art·sen·groep
enkelvoud meervoud
naamwoord huisartsengroep huisartsengroepen
verkleinwoord huisartsengroepje huisartsengroepjes

de huisartsengroepv / m

  1. groep samenwerkende huisartsen die werken in verschillende praktijken
     Gisteravond spraken vertegenwoordigers van het AMC met gezondheidsjuristen, de Landelijke Huisartsenvereniging, met de huisartsenkringen uit Amsterdam, Noord-Holland en de huisartsengroep Schagen waar Tromp deel van uitmaakte. Dat waren volgens een woordvoerder van het ziekenhuis "indringende gesprekken".[1]
     Huisartsen in Flevoland roepen patiënten en collega's op om niet allemaal weg te lopen bij de IJsselmeerziekenhuizen. In een uitzending van Omroep Flevoland zei een huisarts uit Swifterbant alle vertrouwen te hebben in een doorstart. "Die doorstart wordt alleen maar bemoeilijkt als we nu definitief weglopen met zijn allen." De voorzitter van de Huisartsengroep Lelystad is het daar mee eens. "We moeten nu niet opeens alle afspraken afzeggen en inplannen bij andere ziekenhuizen. Ik denk niet dat dat echt helpt."[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 27 oktober 2024 Weblink bron
    Rinke van den Brink
    “"Melding IGZ na gesprek Tromp"” (vrijdag 13 december 2013, 20:14), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 27 oktober 2024 Weblink bron “Huisartsen: loop niet weg” (donderdag 25 oktober 2018, 18:22), NOS