huisgenote

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord huisgenote. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord huisgenote, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je huisgenote in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord huisgenote is hier. De definitie van het woord huisgenote zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhuisgenote, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
huisgenotes
  • huis·ge·no·te
enkelvoud meervoud
naamwoord huisgenote huisgenotes
verkleinwoord

de huisgenotev

  1. medebewoonster van een huis
    • Mijn huisgenote kan heel mooi zingen. Ik kan er dan ook iedere dag van genieten als ze met de radio meezingt. 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be