ijscokar

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ijscokar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ijscokar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ijscokar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ijscokar is hier. De definitie van het woord ijscokar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanijscokar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • ijs·co·kar
enkelvoud meervoud
naamwoord ijscokar ijscokarren
verkleinwoord ijscokarretje ijscokarretjes

de ijscokarv / m [1]

  1. (handel) wagen waar een ambulante koopman ijsjes verkoopt
     Op de Vinkeveense Plassen deed ondernemer Dorien Galet voor het tweede weekend op rij goede zaken. Vorige week stond ze snert te verkopen aan schaatsers. Dit weekend toverde ze haar brommer om tot ijscokar. Ïk ben vorige week op de bonnefooi bij de Vinkeveense Plassen gaan staan. Dat was al een leuk weekend", vertelt Galet aan NH Nieuws. Vandaag had ze het opnieuw druk.[2]
     Om toch te overleven besloot hij zijn bedrijf om te gooien en een ijscokar te beginnen. Zodat hij nu op straat ijs kan venten, en op de langere termijn ook weer op evenementen kan staan. Daarvoor had hij wel een lening nodig.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 11 januari 2025 Weblink bron “zondag 21 februari 2021, 15:04” (zondag 21 februari 2021, 15:04), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 11 januari 2025 Weblink bron
    Charlotte Waaijers
    “Nog maar weinig kleine ondernemers hebben lening gekregen” (maandag 27 juli 2020, 16:16), NOS