inboedel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord inboedel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord inboedel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je inboedel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord inboedel is hier. De definitie van het woord inboedel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaninboedel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • in·boe·del
enkelvoud meervoud
naamwoord inboedel inboedels
verkleinwoord inboedeltje inboedeltjes

de inboedelm

  1. de gebruiksvoorwerpen die horen tot de inrichting van een huis, zoals het meubilair, klein- en groothuishoudelijke apparatuur en de huishoudwaar (keukengerei en tafelwaar)
    • De inboedel was goed verzekerd, dus na de brand konden we nieuwe meubels kopen. 
98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be