inbreker
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord inbreker. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord inbreker, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je inbreker in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord inbreker is hier. De definitie van het woord inbreker zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaninbreker, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·bre·ker
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van inbreken met het achtervoegsel -er
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | inbreker | inbrekers |
| verkleinwoord | inbrekertje | inbrekertjes |
Zelfstandig naamwoord
de inbreker m
- iemand die inbreekt
- Ik heb laatst een "Inbrekers niet gewenst"-sticker op mijn deur geplakt.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord inbreker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inbreker" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen. |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | inbreker | inbrekers |
| verkleinwoord | inbrekertjie | inbrekertjies |
Zelfstandig naamwoord
inbreker