inkoopsom

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord inkoopsom. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord inkoopsom, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je inkoopsom in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord inkoopsom is hier. De definitie van het woord inkoopsom zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaninkoopsom, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • in·koop·som
enkelvoud meervoud
naamwoord inkoopsom inkoopsommen
verkleinwoord inkoopsommetje inkoopsommetjes

de inkoopsomv / m

  1. bedrag dat een winkelier betaalt aan de fabrikant of groothandelaar voor de goederen die hij in zijn winkel gaat verkopen
  2. eenmalig bedrag waarvoor men zich een plandurig recht verschaft
    • Deze mensen zouden enorm geholpen zijn als zij zich in de AOW konden inkopen op dezelfde voorwaarden als migranten in het kabinetsvoorstel krijgen aangeboden. Daarbij zou, net als bij migranten, de inkoopsom gekoppeld moeten worden aan het in die landen genoten salaris. [2] 
    • Zij kopen zich op zijn Amerikaans in voor gigantische bedragen in de meest weelderige bejaardentehuizen die vooral in de buurt van Tel-Aviv, Haifa en Jeruzalem verrijzen. Een van de mooie tehuizen is Beit-Juliana, in Herzlya, waar veel Nederlandse ouden van dagen, die in veel gevallen een WUV-uitkering hebben, rond de 2500 gulden per maand betalen, na betaling van een flinke inkoopsom. [3] 
97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Reformatorisch Dagblad 04-12-2009 Vergeten groep klem met AOW
  3. NRC Salomon Bouman 30 maart 1995 Geen pensioen na de Kibbuts
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be