Geluid: inschalend (hulp, bestand) in·scha·lend inschalend onvoltooid deelwoord van inschalen...
inschalende (hulp, bestand) in·scha·len·de inschalende verbogen vorm van inschalend, het onvoltooid deelwoord van inschalen Het woord 'inschalende'...
Geluid: inschaal (hulp, bestand) in·schaal inschaal (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschalen ... dat ik inschaal. Het...
Geluid: inschalen (hulp, bestand) IPA: / ˈɪnsxalə(n) / (3 lettergrepen) in·scha·len samenstelling van in bw en schalen ww inschalen iets of iemand...
Geluid: ingeschaald (hulp, bestand) in·ge·schaald vervoeging van inschalen: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling...
van inschalen Ik schaal in. gebiedende wijs van inschalen Schaal in! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschalen Schaal...
enkelvoud tegenwoordige tijd van inschalen Jij schaalt in. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschalen Hij schaalt in. (verouderd) gebiedende...
tegenwoordige tijd van inschalen ... dat jij inschaalt. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschalen ... dat hij inschaalt...
schaalde in (hulp, bestand) schaal·de in schaalde in enkelvoud verleden tijd van inschalen Ik schaalde in. Jij schaalde in. Hij, zij, het schaalde in. ...
in·ge·schaal·de ingeschaalde verbogen vorm van ingeschaald, voltooid deelwoord van inschalen Het woord 'ingeschaalde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal...