inwerper
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord inwerper. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord inwerper, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je inwerper in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord inwerper is hier. De definitie van het woord inwerper zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaninwerper, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- in·wer·per
- Naamwoord van handeling van inwerpen met het achtervoegsel -er[1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | inwerper | inwerpers |
| verkleinwoord |
de inwerper m
- (sport) iemand die de bal door gooien weer in het spel brengt bij voetbal
- Gebruikelijk is het, in zulke gevallen de bal naar de inwerper terug te plaatsen, die dan met een ferme trap voor verdere expeditie kan zorgen, maar men zorge ook hier weer voor variatie, daar de tegenpartij zulke manoeuvres direct doorziet. [2]
- Het woord 'inwerper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inwerper" herkend door:
| 79 % | van de Nederlanders; |
| 81 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ (1948)–Ad van Emmenes, C.H. Geudeker Beter voetbal
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
