kaarsroet

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kaarsroet. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kaarsroet, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kaarsroet in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kaarsroet is hier. De definitie van het woord kaarsroet zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankaarsroet, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • kaars·roet
enkelvoud meervoud
naamwoord kaarsroet kaarsroeten
verkleinwoord

het kaarsroeto

  1. vet waarvan een vetkaars is gemaakt
    • Het behangsel droeg ettelijke sporen van de stormen, die onder de regeering der studenten, mijne voorgangers, in dit verblijf gewoed hadden, en te elken keer dat men de deur opende, steeg er van onder uit den kruidnierswinkel een gemengde geur op van haring en kaas, van stokvisch en citroenen, kaarsroet en gedroogde appelen, waaraan men zich met der tijd gewennen moest. [2] 
65 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Uit het Studentenleven (1874)–Anton Bergmann Uit het studentenleven.
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be