kanunnik

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kanunnik. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kanunnik, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kanunnik in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kanunnik is hier. De definitie van het woord kanunnik zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankanunnik, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ka·nun·nik
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘domheer’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord kanunnik kanunniken
verkleinwoord

de kanunnikm

  1. (religie) een titel die aan bepaalde geestelijken wordt verleend binnen enkele christelijke kerkgemeenschappen.
    • Hij was kanunnik van het kathedrale kapittel. 
58 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[2]