kartuizerin

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kartuizerin. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kartuizerin, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kartuizerin in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kartuizerin is hier. De definitie van het woord kartuizerin zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankartuizerin, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • kar·tui·ze·rin
enkelvoud meervoud
naamwoord kartuizerin kartuizerinnen
verkleinwoord - -

de kartuizerinv

  1. (religie) kloosterlinge die behoort tot de strenge contemplatieve orde van Sint-Bruno
     De reportatiestijl komt in Middelnederlandse preken nauwelijks voor. Alleen al om deze reden is de werkwijze van de kartuizerin uniek te noemen.[2]
     In 1145 ontstond de vrouwelijke tak van de orde, toen monialen uit Prébayon (Provence) aan Sint Anthelmus kenbaar maakten zich aan de kartuizersregels te willen onderwerpen. Zij werden door de generale prior aanvaard en sindsdien vormen kartuizers en kartuizerinnen één orde.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2021 Weblink bron
    Patricia Stoop
    “Abstracts 2/2 : ‘Soe wiert ons desen theme ghedeclareert ende uutgheleijt’: De anonieme kartuizerin uit Sint-Anna-ter-Woestijne bij Brugge en de preken van haar biechtvader Henricus Cool († 1578).” (24 april 2015) op vlaamsewerkgroepmedievistiek.org
  3. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2021 Weblink bron Gearchiveerde versie “Kartuizers” op kro-ncrv.nl