Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
kattenrug. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
kattenrug, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
kattenrug in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
kattenrug is hier. De definitie van het woord
kattenrug zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
kattenrug, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de kattenrug m
- de hoge rug van een blazende kat
- bijnaam voor een soort auto van het merk Volvo type PV544
- Het jaar 1965. De dienstplichtig reserveofficier nadert met zijn Volvo –type kattenrug– de startbaan op ‘Twente’. Voor de kruising staat een verkeerslicht. De onderste lamp brandt. De kleurenblinde militair geeft gas en steekt over, ervan uitgaande dat het licht op groen staat. [2]
- Waar Bart Lasscher bang voor was, is gebeurd. Zijn klassieke Volvo PV544 werd verzekeringtechnisch total los verklaard. De antieke 'kattenrug' werd op 13 maart door een deelnemer aan het BNN-programma Slechtse Chauffeur van Nederland geramd. [3]
- bijnaam voor een hoge vloeiende boog
- Om de leiding van 60 centimeter in doorsnede in het geboorde gat te kunnen plaatsen, moest deze in een vloeiende boog –een ”kattenrug”– worden aangevoerd. De hijskranen tilden de leiding op en legden deze in de juiste hoek voor het geboorde gat. De leiding werd vervolgens in het boorgat getrokken. Met circa 100 meter per uur gleed de leiding naar de overkant. [4]
- Collega Erik Weenink van het projectbureau wijst op de aanvankelijke vrees voor 'het kattenrugeffect'. Alleen het middenstuk van het CS met tweeduizend oude palen kreeg een nieuwe fundering. De vleugels van het station blijven op achtduizend oude palen staan. Omdat het station elk jaar milimeters zakt, 25 centimeter sinds de bouw, zou de nieuwe fundering het middendeel van het gebouw tegenhouden, terwijl de rest 'doorzakt'. Maar volgens Weenink is van 'kromtrekken' geen sprake. [5]
93 % |
van de Nederlanders;
|
85 % |
van de Vlamingen.[6]
|