kerktijd
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kerktijd. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kerktijd, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kerktijd in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kerktijd is hier. De definitie van het woord kerktijd zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankerktijd, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- kerk·tijd
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | kerktijd | kerktijden |
| verkleinwoord |
de kerktijd m
- periode dat men naar de kerk gaat; periode dat er kerkdiensten zijn
- Het woord kerktijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Gewassen vlees”
(2014), Em. Querido's Uitgeverij , ISBN 9789021436173
- ↑
Weblink bron “Voor de muzikale lol” (18-03-2008), Tubantia
