kinesist

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kinesist. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kinesist, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kinesist in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kinesist is hier. De definitie van het woord kinesist zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankinesist, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
kinesisten aan het werk
  • ki·ne·sist
enkelvoud meervoud
naamwoord kinesist kinesisten
verkleinwoord

de kinesistm

  1. (medisch) (beroep) paramedicus die door massage of door het aanleren van oefeningen een patiënt behandelt die problemen heeft met het bewegingsapparaat
    • Zoals het tegenwoordig gaat, renners die via hun ‘oortjes’ worden gecommandeerd door de ploegleider in de auto? „Er is veel verbeterd”, erkent Van Impe. „Ze weten alles van elkaar, hebben de beste dokters, psychiater, kinesist en begeleiding. Ze zijn precies op punt gezet, zoals het moet. Maar ze kunnen zelf niets meer. Geen tactiek bedenken of de tegenstander bekijken. Waar de wind vandaan komt, geen idee. Er komt een dag dat ze hun computer de schuld geven van een nederlaag: ‘die gaf niet aan dat ik in het rood reed’. Ach, en over tien jaar rijden ze allemaal met een motortje in hun fiets.”[1] 
    • Claeys kreeg de eerste medische zorgen in de teambus, maar liet uiteindelijk geen radiografie nemen. “Ik heb dat niet gedaan, ik denk niet dat er iets gebroken is”, zei hij. “Ik kan mijn elleboog plooien en strekken, maar dat is zeer pijnlijk en doe ik maar aan 20 à 25 procent. Tja, we moeten verder. Stel dat hij gebroken is, dan zien we dat morgen wel. Ik wil graag op die fiets. De kinesist is me nu aan het behandelen. Hopelijk heb ik wel een goede nachtrust en kan ik gewoon starten.”[2]  
63 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. NRC Maarten Scholten 9 juli 2016
  2. De Standaard 02/07/2017
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be