Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
kleingelovigheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
kleingelovigheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
kleingelovigheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
kleingelovigheid is hier. De definitie van het woord
kleingelovigheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
kleingelovigheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de kleingelovigheid v
- het maar een zwak geloof hebben; weinig vertrouwen hebben in iets of iemand
- ▸ Hij gaat dus met al die schurken afrekenen. En jij zei dat de Fransoos.. Hij zal wel eens laten zien hoe het moet, zeiden de mensen, alsof ze elkaar hun kleingelovigheid verweten.[1]
1. het maar een zwak geloof hebben; weinig vertrouwen hebben in iets of iemand