kleinschalig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord kleinschalig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord kleinschalig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je kleinschalig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord kleinschalig is hier. De definitie van het woord kleinschalig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankleinschalig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klein·scha·lig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘op kleine schaal’ voor het eerst aangetroffen in 1976
  • Samenstellende afleiding van klein en schaal met het achtervoegsel -ig.
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen kleinschalig kleinschaliger kleinschaligst
verbogen kleinschalige kleinschaligere kleinschaligste
partitief kleinschaligs kleinschaligers -

Bijvoeglijk naamwoord

kleinschalig

  1. kleiner van schaal, omvang dan normaal
    • Het is een kleinschalig duurzaam gebouwd bouwproject. 
Antoniemen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.

Verwijzingen