klompenmaker

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord klompenmaker. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord klompenmaker, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je klompenmaker in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord klompenmaker is hier. De definitie van het woord klompenmaker zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanklompenmaker, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


Klompenmakerij anno 1925
  • klom·pen·ma·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord klompenmaker klompenmakers
verkleinwoord

de klompenmakerm

  1. (beroep) persoon die houten klompen maakt
     Op de lijst staan sinds kort ook Koningsdag (27 april) en Allerzielen (2 november). Verder staan er onder meer verschillende bloemencorso's op, het ambacht van molenaar en dat van klompenmaker en traditionele feesten als Sint-Maarten en Driekoningen. Ook de Limburgse schuttersgildentraditie maakt kans om op de lijst te komen.[2]
     Niet alleen de klompenmaker en klederdracht horen de volgens hem in het kenniscentrum thuis: ook voor de hoofddoek en de henna-technieken van Marokkaanse vrouwen in Nederland moet een plek zijn.[3]
  2. (economie) bedrijf dat klompen maakt


  1. klompenmaker op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 18 oktober 2024 Weblink bron “Schuttersgilden op erfgoedlijst” (dinsdag 12 november 2013, 13:35), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 18 oktober 2024 Weblink bron
    Dieuwke van Ooij
    “'Nederlandse identiteit laat zich niet vastleggen met Wilhelmus'” (zondag 3 december 2017, 17:40), NOS