Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
kloris. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
kloris, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
kloris in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
kloris is hier. De definitie van het woord
kloris zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
kloris, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de kloris m
- (schertsend) de man waarmee een vrouw of meisje verkering heeft
- "Eigenlijk was die kloris van mij iets te knap, iets te leuk, iets te gezellig," mompelde ze. "O, mijn god, wat hing ik aan die gozer. Dat was ten tijde van onze huwelijksvoltrekking zo, en het is tot aan zijn dood niet anders geworden." [3]
- (pejoratief) slome, tamelijk domme man
- Een beetje optillen, zei ik, niet meteen het halve bord leeggieten, kloris, nee, dat red je niet met de keukenrol. Pak maar een dweil. [4]
35 % |
van de Nederlanders;
|
6 % |
van de Vlamingen.[5]
|