Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
kocht. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
kocht, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
kocht in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
kocht is hier. De definitie van het woord
kocht zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
kocht, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
kocht
- enkelvoud verleden tijd van kopen
- Ik kocht.
- Jij kocht.
- Hij, zij, het kocht.
- ▸ Ik kocht twee zakken chips, een sixpack bier en een bear canister die verplicht was in het gebied waar ik de komende vier weken doorheen zou lopen.[1]
96 % |
van de Nederlanders;
|
95 % |
van de Vlamingen.[2]
|