Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
koningshuis. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
koningshuis, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
koningshuis in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
koningshuis is hier. De definitie van het woord
koningshuis zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
koningshuis, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het koningshuis o
- (adel) de directe familie van de koning of de koningin
- Niet iedereen die familie is van de koning behoort tot het koningshuis.
- ▸ De band van de Nederlandse bevolking met het koningshuis is oersterk. Dat bracht drs. Ank Bijleveld-Schouten, Commissaris van de Koning in Overijssel, dinsdagavond naar voren bij een tafelspeech op Landgoed Warmelo in Diepenheim.[1]
- ▸ Vanavond werd ik verplicht om naast graaf Bryston plaats te nemen, een pretentieuze blaaskaak die zeer weinig aan het hof is geweest. Hij is de bestuurder van een of ander godverlaten moerasland in het noorden en verkeert blijkbaar in de veronderstelling dat hij, vanwege de loyaliteit van zijn voorouders aan het koningshuis, over de koninklijke familie mag zeggen wat hij wil.[2]
- dynastie
100 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[3]
|
koningshuis
- (adel) koningshuis