koophuis

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord koophuis. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord koophuis, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je koophuis in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord koophuis is hier. De definitie van het woord koophuis zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vankoophuis, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • koop·huis
enkelvoud meervoud
naamwoord koophuis koophuizen
verkleinwoord koophuisje koophuisjes

het koophuiso

  1. huis dat door de bewoners gekocht is
    • Je bent eigenlijk pas huiseigenaar van je koophuis als de hypotheek is afgelost. 
99 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be